Als je mij vraagt naar het label ‘neurodivers', dan voelt dat voor mij te veel als een verzamelbegrip en eerlijk gezegd ook te eufemistisch. Hoewel specificeren heel moeilijk is, wil ik mij ook niet verschuilen. Ik heb ADHD, met als co-morbiditeit angst. Dat is nog steeds niet heel specifiek overigens: bij vrouwen uit het zich heel anders dan bij mannen, en ik voldoe daarom ook niet per se aan de verwachtingen die mensen hebben van ADHD.
Dat is ook de reden dat ik pas op latere leeftijd gediagnosticeerd ben. Hoewel in het gezin waar ik opgroeide meerdere mensen een bepaalde neurodiversiteit hebben, ging er pas een lampje branden toen mijn zoon een diagnosetraject in ging.
Er is veel te zeggen voor opgroeien zónder diagnose, maar het is ook een harde weg. Ik heb geleerd om heel georganiseerd te zijn en om ver vooruit te denken. Maar ik ben ook heel vaak op mijn bek gegaan. Dat doet pijn en heeft mijn angsten versterkt. Bovendien had een eerdere diagnose mijn schoolcarrière mogelijk vergemakkelijkt. Na twee vroegtijdig afgebroken studies heb ik uiteindelijk mijn opleiding HBO-V afgerond. Achteraf een prima keuze, maar toen dacht ik dat ik niet slim genoeg was om Chinees te kunnen studeren.
ADHD is eigenlijk een tekort aan dopamine. Prikkels komen ongefilterd binnen, wat het onder andere moeilijker maakt om je te concentreren. Toen mijn jongste kind een jaar of zeven, acht was zagen wij dat hij ander gedrag vertoonde dan zijn oudere broer. Hij was snel overprikkeld en had veel structuur nodig. Na observaties op school, thuis en bij de sportvereniging gingen we een diagnosetraject in, waarbij ik mijzelf natuurlijk ook ging inlezen. Ik herkende zoveel! Het was voor mij de start van een proces van jaren, maar uiteindelijk heb ik ook een diagnose gekregen. Mijn zoon is medicijnen gaan gebruiken en hij merkte dat het leven makkelijker werd. Dat andere kinderen hem beter begrepen, en vice versa. Ik heb ook die stap gezet.
Mijn diagnose heeft mij bovendien toegang gegeven tot inzicht, kennis en cursussen. En het maakt dat ik mijn eigen gedrag beter begrijp. Waar ik vroeger heel veel uitstelde, zeg ik nu bewust: I’ll eat that frog, ik probeer met de rotklussen te beginnen. Ik wil mijn collega's meenemen in wat ik nodig heb. Hoewel ik vervelen erger vind dan te druk zijn, heb ik moeten leren om nee te zeggen. Als je vaak ja zegt maak je mensen blijer, maar ik probeer wat meer aan mijzelf te denken. Ook heb ik geleerd mij kwetsbaarder op te stellen.
Dat is ook de reden dat ik hier mijn verhaal vertel, net zoals ik dat eerder in het I&D Café van AstraZeneca deed. Daarnaast ben ik buddy geworden voor nieuwe medewerkers. Zo hoop ik de drempel voor anderen te verlagen en mensen te laten zien dat vormen van neurodiversiteit ook heel positief ingezet kunnen worden.
Als je je op je gemak voelt kun je beter presteren. Ik voel me veilig, ook om reflectie en feedback te vragen aan anderen. Ik probeer bewust meer risico’s te nemen in het aangaan van verbinding met anderen. Ik weet inmiddels dat ik het fijner vind als mensen tegen mij zeggen dat ik iets anders of beter had moeten doen, dan dat ik dat van anderen hoor. Daarmee creëer ik indirect weer meer veiligheid voor mijzelf. Ik heb ondervonden dat openheid helpt.
Inclusiviteit is voor iedereen belangrijk; het geeft een fijn gevoel en het creëert meer openheid. Ik heb er niet altijd bij gehoord vroeger. Met mijn brilletje, mijn vier broers en dat ik makkelijk kon leren was ik niet echt populair. Gaandeweg vind je je mensen en kun je samen verder groeien. Ik denk dat je tot je 100ste kunt blijven door ontwikkelen, zeker ook op sociaal gebied. Dat is geen luxe, maar noodzaak: de samenleving verandert. We zijn allemaal anders, maar dat is ook wat mensen interessant maakt!
Wat mij heeft geholpen is het feit dat er nu zoveel meer kennis bestaat over ADHD en vrouwspecifieke uitingsvormen. Het 3H-netwerk (https://www.h3-netwerk.nl/) van psychiater prof. dr. Sandra Kooij, cardioloog Janneke Wittekoek en gynaecoloog Dorenda van Dijken heeft de weg bereidt voor de link tussen cardiale klachten, stemmingswisselingen, depressie en ADHD.
-----
If you ask me about the label ‘neuro diverse’, it feels for me too much like an umbrella concept and, to be honest, a euphamism. While being specific is hard, I do not want to hide behind anything. I have ADHD, with anxiety as a comorbidity. This is not very specific by the way. It is very different among women than men, so I do not always fit the expectations of people about ADHD.
This is also why I was only diagnosed in later life. While several people in the family where I grew up have certain neuro diverse conditions, I only made the connection when my son started to go through a diagnosis procedure.
While there is something to be said about growing up without a diagnosis, it also makes it hard. I learned to be very well organised and to think ahead of time. But I also often fell flat on my face. That hurt and made my anxiety worse. An earlier diagnosis may also have made my school years easier. After two prematurely discontinued studies, I finally completed my HBO-V (higher professional education) course. Looking back, it was a good choice but at the time I thought that I was not clever enough to study Chinese.
ADHD is actually a shortage of dopamine. Stimuli often enter the brain unfiltered, making it harder to do things like concentrate. When my youngest child was about seven or eight years old, we saw that his behaviour was different to that of his older brother. He quickly became over stimulated and needed a lot of structure. After observing him at school, home and at sports clubs, we started a diagnosis procedure and, of course, I did a lot of background reading. I recognised so much! It was the start of a process that took years, but in the end I too was diagnosed. My son started taking medicines and he saw that they made life easier. Other children understood him better and he them. I also took that step.
My diagnosis also helped me understand things, acquire knowledge and follow courses. And it enabled me to better understand my own behaviour. I used to put off a lot of things but now I consciously tell myself to ‘eat that frog’, to just start that horrible task. I want my colleagues to know what I need. While I much prefer to have a lot to do than nothing to do, I have had to learn to say no. You make people happy by saying yes a lot, but I now try to think about my needs. I also learned to show my vulnerability.
This is why I am sharing my story here, just as I previously did at AstraZeneca’s I&D Café. I am also now a buddy for new staff members. I hope this will remove barriers for others and show people that some neuro diverse conditions can also be used positively.
You perform better if you feel comfortable. I feel safe, including to reflect and ask for feedback from others. I try to consciously be more daring in making connections with others. I have come to realise that it is much better for me to hear directly from someone that I could have done something differently or better, than if I hear it from someone else. This indirectly helps me create greater safety for myself. I have experienced that openness helps.
Inclusiveness is important for everyone. It gives a good feeling and creates greater openness. I was sometimes an outsider. I was not really popular given my glasses, four brothers and aptitude for learning. You find your own group as you go through life and you can grow together. I believe that you can continue to grow up to when you turn 100, and definitely in terms of social skills. It is not a luxury but a necessity. Society evolves. We are all different and this is what makes people interesting!
What helped me is that there is so much more known about ADHD now and how it affects women. The 3H-network (https://www.h3-netwerk.nl/en/home-engels/[JB2] ) of psychiatrist Dr Sandra Kooij, cardiologist Janneke Wittekoek and gynaecologist Dorenda van Dijken paved the way for the link between cardiac issues, mood swings, depression and ADHD.